De Maria Magdalena-mythe

Wie was Maria Magdalena?

Hoe Maria Magdalena de berg beklom

Hoe en wanneer de botjes en haarlokken van Maria Magdalena in Vézelay terecht zijn gekomen weet al 900 jaar niemand. Ze liggen er al veel meer dan duizend jaar. Toen in de elfde eeuw een hype rond de relikwieën ontstond, zette de abt zijn geletterde monniken aan het werk om een geloofwaardig herkomstverhaal te verzinnen.
De een verzon dat er een monnik uit Vézelay naar Jeruzalem was afgereisd om ze op te halen, maar dat verhaal was te ongeloofwaardig. Een ander idee was dat Maria Magdalena zelf naar Frankrijk was gekomen, op een bootje zonder zeilen - dus niet geleid door de toevallige wind maar door God. De variant waarin Maria zelf naar Vézelay was afgereist, terwijl de rest van het gezelschap met Jozef van Aremetrea doorreisde naar Glastonbury, Engeland, vatte ook alleen maar post in Engeland, maar was voor de monniken van Vézelay al te onrealistisch. 
Uiteindelijk hielden ze het op de variant dat Maria Magdalena in Zuid Frankrijk dertig jaar lang naakt in een grot in Sainte-Baume had zitten mediteren, dat haar botten daar begraven zijn, en dat die door een monnik uit Vézelay waren opgegraven om ze te redden van de optrekkende islamitische Saracenen.
De tocht van de monnik Bodilo leest als een avonturenroman. Eerst 's nachts stiekem het lijk opgraven, het dan onderweg in de stromende regen in stukken moeten hakken omdat het te zwaar blijkt, en het dan vlakbij Vézelay, in Saint Père, niet meer voor of achteruit kunnen krijgen. De botten waren zo zwaar geworden dat de monniken van de berg af moesten komen om Maria Magdalena te verlichten met zang en gebed. Gewillig liet ze zich uiteindelijk omhoog dragen.
Dat laatste verhaal ging er in als koek en de paus erkende Vézelay als de exclusieve bezitter van Maria Magdalena's heilige botten. Een stroom van wonderverhalen kwam los - mensen genazen in haar buurt, zelfs de dood was voor wie haar aanriep geen onafwendbaarheid. Maar vooral deed Maria het goed als heilige van zondaars, van dieven, gevangenen en prostituees. Hoe slecht je geweten ook was, Maria, zelf ooit een gevallen vrouw, begreep dat.
Miljoenen liepen naar Vézelay. Ook koningen en pausen lieten zich zien. De bomen leken tot in de hemel te groeien, maar na twee eeuwen kwam er slecht nieuws: de bisschop van Baume claimde het echte lijk van Maria te hebben gevonden... 

En de roem een afgang werd

Het door de monniken van Vézelay verzonnen verhaal over Magdalena's botjes keerde zich tegen hen. Aanvankelijk deden ze zoals velen die slecht nieuws krijgen: ze negeerden het. De nieuwe kerk was net helemaal af, en bezweek bijkans onder de hoeveelheid beelden die er in was samengebracht - een novum voor het gros van de pelgrims die nauwelijks in stenen huizen kwamen en voor wie een beeldhouwwerk uniek was, reli-disney.
Zolang de massa's gewoon bleven komen, konden de monniken hun luxe leven - ook de prostitutie leverde hen een slordige duit zwijggeld op. Maar alle inkomsten waren nooit genoeg om de vraatzucht van het varken te stillen dat het klooster inmiddels geworden was. Bij de inwoners, die half als lijfeigene van het klooster leefden, kookte de haat zo zeer op dat ze bij een van de opstanden de vluchtende abt in de kerk doodsloegen.
Gelukkig waren daar de kruistochten. De tweede werd met veel bombarie vanuit Vézelay gestart door de populaire mysticus en kloosterstichter Bernardus van Clairveaux. Hij hield een vlammend betoog dat Jezus, God en Maria het wilden: dat jij je meldde om naar Palestina te gaan.
Het werd zo'n succes dat de streek volgens oude bronnen een generatielang ontmand achterbleef, want een retourtocht zat er bij deze gevaarlijke reis voor het gros van het voetvolk niet in. Zelfs de koningen van Engeland en Frankrijk stonden de keer erop gebroederlijk klaar in Vézelay. Ook deze derde, de zevende en achtste kruistochten vertrokken vanuit Vézelay en werden een mislukking. 
Voor de roem van Vézelay maakte dat niet uit. Maar toen tot overmaat van ramp de paus ook nog eens meeging in het verhaal van Sainte-Baume was het met Vézelay gedaan. Er kwam een abrupt einde aan het feest. De pelgrimsstroom boog af naar Sainte-Baume. Vézelays hoogtijdagen waren voor goed voorbij.
Of zou nederigheid de monniken nog kunnen redden? De crypte waar de botjes van Magdalena werden tentoongespreid was altijd voor niet-monniken potdicht gebleven. Het gewone volk mocht huiverend meegenieten door de kleine kijkgaten onder het koor. Door de crypte open te stellen zodat de (gedoopte) gelovigen dichtbij Maria kon komen, hoopten zij het tij te keren. Maar wilde Maria Magdalena dat eigenlijk wel?

Maria Magdalenagrot bij de kathedraal van Vézelay

Natuurlijk had Vézelay ook haar eigen grot van Maria Magdalena. Gezien de versieringen bij de ingang wellicht ook zo'n 800 jaar oud. Hij liep tot bijna onder de kerk! Al willen de huidige nonnen en monniken er niks meer van weten. Voor hen symboliseert de crypte haar grot. Deze staat voor bezinning en de dood, terwijl een echte grot vaak ook symbool stond voor de baarmoeder, voor leven. Maar aan een gemuteerde vruchtbaarheidsgodin willen zij liever niet meer denken.

De waarde van fraude

Natuurlijk is Maria Magdalena - aangenomen dat ze heeft bestaan - nooit in Frankrijk geweest. Net zomin als haar zus, Jozef van Aremetrea en de rest. In de vroege middeleeuwen was er het verlangen de hoofdpersonen uit het leven van Christus dichterbij te halen. Door verhalen over hun levende aanwezigheid in de buurt en door hun veronderstelde heilige resten over de nieuwe wereld te verspreiden. Het christendom legde een heilige geografie over de nieuwe gebieden en gaf zo een sensatie van nabijheid.
De relikwiën van Maria Magdalena werkten echt. Het geloof erin, maar ook hun geschiedenis en ouderdom maken ze bijzonder. Ze werkten anders dan de relikwieën van Lazarus (Avallon) of van welke andere heilige dan ook. Maria Magdalena stond voor vergeving vanwege begrip - 'ik was ook zo', maar tegenwoordig is zij eerder de heilige van de liefde. Ze was mogelijk de geliefde van Jezus, en dat maakt haar tot de ultieme middelaar.
Maria Magdalena paste goed bij de Keltische achtergrond van de nieuwe christenheid. En het was precies daarom dat zij werd ingezet - oorspronkelijk, in 858, waren Paulus en Petrus de beschermheiligen van Vézelay, maar dat zei de mensen weinig. Maria Magdalena wel. De Kelten hadden veel vrouwelijke goden. Godinnen die gingen over vruchtbaarheid, gesymboliseerd door de aarde en het water, door bronnen en grotten.

 

 

De Maria Magdalena-grot in Sainte-Baume

Bronnen